Hoogbegaafdheid
Hoogbegaafdheid in het kort
In mijn praktijk richt ik mij op (vermoedelijk) hoogbegaafde en hoogsensitieve kinderen en volwassenen.
Als hoogbegaafde ben je slim (hoog IQ), creatief en (selectief) zeer gedreven. Tenminste… als je lekker in je vel zit. Als het allemaal wat minder gaat, drogen de creativiteit en de motivatie al snel op.
Hoogbegaafdheid is vrij zeldzaam; slechts 2% van de bevolking is hoogbegaafd. Dat betekent dat er in de helft van alle schoolklassen een hoogbegaafd kind zit. Toch wordt dat vaak niet opgemerkt, omdat er veel (foute) aannames en stereotypes bestaan rondom hoogbegaafdheid. Zo is hoogbegaafdheid bijvoorbeeld géén garantie voor goede schoolprestaties of een glansrijke carrière.
Hoogbegaafdheid zit vaak in de familie. Het is erfelijk, maar niet statisch. Je kunt je intelligentie namelijk ontwikkelen door je hersenen te trainen. Als je hoogbegaafd bent, (be)leef je vaak intenser, waardoor het niet zo vreemd is dat je wat sneller uit balans kunt raken.
Hoogbegaafdheid uit de bocht
Door het grote denkvermogen kunnen levensvragen, zoals “Wat is mijn levensmissie?” en werelddilemma’s al op heel jonge leeftijd de gedachten van een hoogbegaafde gevangen houden.
Aansluiting vinden bij of samenwerken met leeftijdsgenoten kan moeizaam verlopen, omdat je je als hoogbegaafde vaak letterlijk op een andere golflengte bevindt. Ook op volwassen leeftijd blijft dit een terugkerend thema, zowel in werk als privé.
Het schoolwerk sluit vaak niet aan. Het is te gemakkelijk, waardoor je concentratie verslapt en je brokjes essentiële nieuwe informatie mist. Zo ontstaan er leerhiaten. Wanneer het schoolwerk wél voldoende uitdaging biedt, kan een tegengestelde reactie plaatsvinden: faalangst en snel opgeven als het moeilijk wordt.
Ook perfectionisme en overanalyseren zijn bekende valkuilen. En hoewel de intelligentie zeker aanwezig is, kan het qua planning- en organisatievaardigheden nog wel eens helemaal in de soep lopen. Combineer dat met een snufje zelfoverschatting en een flinke scheut zelfstandigheid en je hebt het recept voor: werk aan de winkel!
Strijd der titanen – HSP vs hoogbegaafd
Als hoogbegaafde zitten er veel krachten in je; denkvermogen, creatiedrang en talenten die erin zitten en eruit willen. De energie stroomt dan van binnen naar buiten. Maar als hoogbegaafde ben je óók hooggevoelig (HSP – Highly Sensitive Person).
Je hebt enorme voelsprieten en antennes, waarmee je veel prikkels uit je omgeving oppikt. Oftewel: vanuit de buitenwereld wil er ook van alles ‘in’. Energetisch gezien is dit een tegengestelde beweging die ervoor zorgt dat er in jou een enorme wervelwind kan ontstaan. Een orkaan aan tegengestelde krachten die voor heel wat tumult kan zorgen. Zie je dan maar eens staande te houden.
Ik help je graag in het oog van de orkaan te gaan staan en zo je balans te houden.
Wat is hoogbegaafdheid nu precies?
Er zijn veel definities van hoogbegaafdheid, maar de meest gangbare is deze: hoogbegaafdheid is een combinatie van een hoge intelligentie (IQ), gecombineerd met creativiteit en doorzettingsvermogen. Maar let op: dat is een definitie die slaat op een hoogbegaafde die goed in zijn vel zit. Wanneer je hoogbegaafd bent en niet lekker in je vel zit, dan vallen eigenschappen als doorzettingsvermogen en creativiteit al snel stil.
Als je vermoedelijk een meer- of hoogbegaafd kind hebt, kan de opvoeding heel interessant én uitdagend zijn. Er bestaan veel vooroordelen over hoogbegaafdheid en een groot deel ervan klopt niet. Om te beginnen bij het begin; er zijn drie gradaties in hoogbegaafdheid:
- Meerbegaafden: IQ van 105 – 130
- Hoogbegaafden: IQ van 130 – 145
- Uitzonderlijk hoogbegaafden: IQ van boven 145.
Gemiddeld hebben mensen een IQ van 100. Meer- en hoogbegaafden denken snel en leggen gemakkelijker verbanden. Ze zijn een ster in abstract denken. Vaak hebben hoogbegaafden hun eigen leerstrategie ontwikkeld, waarmee zij op een voor hen logische manier tot het juiste antwoord komen. Ze werken dan niet volgens de schoolse methode, waardoor ze ondanks het juiste antwoord, toch strafpunten krijgen.
Hoogbegaafdheid geef je genetisch door
Iemand wordt hoogbegaafd geboren, want het is erfelijk. De hersenen bevatten bij de geboorte al meer zenuwuiteinden dan die van de meeste baby’s. Hierdoor kan het kind zich sneller ontwikkelen dan andere kinderen. Vaak zeggen ouders: “Meteen na de geboorte keek ons kindje al heel wakker de wereld in.”
Vaak weten ouders niet dat ze zelf hoogbegaafd zijn, maar zien ze iets bij hun kind dat ze tot onderzoek aanzet. De uitkomst van dat onderzoek kan heel verrassend zijn. Als ouder kan zo’n ontdekking heel veel vragen oproepen, zowel over je kind, als over jezelf. Daarom bied ik in mijn praktijk begeleiding aan voor kinderen, tieners én volwassenen.
Is hoogbegaafdheid statisch?
Het antwoord is NEE. Hersenen zijn als spieren: ze ontwikkelen zich door inspanning. Stevig nadenken (braintraining) zorgt ervoor dat er meer zenuwbanen in de hersenen worden aangelegd. Dit principe werkt ook de andere kant op: weinig inspanning of weinig nieuwe ervaringen maken de hersenen minder actief en zo minder efficiënt.
Dus hoewel iemand hoogbegaafd wordt geboren, zegt dit niet alles over de score op een IQ test. Hersenen kunnen getraind worden om bijvoorbeeld hoger op een test te scoren, maar hoe goed ze in hun vel zitten, speelt ook een zeer grote rol.
Intensiteit
Hoogbegaafden zijn niet alleen maar slim. Hoogbegaafde kinderen zijn verbaal vaak zo vaardig dat ze het taalgebruik van een volwassene hebben. Maar hoewel ze op hoog niveau van gedachten kunnen wisselen over allerlei onderwerpen, is een hoogbegaafd kind nog steeds een kind. Met driften en speelsheid en onervarenheid. Daardoor is het voor volwassenen soms een zoektocht naar de beste manier om met het kind te communiceren.
Een kernwoord bij hoogbegaafdheid is intensiteit. Ze denken niet alleen intenser, alles is intenser; hun gedrevenheid, creativiteit, emoties en gevoeligheid. De Poolse psychiater Dabrowski heeft veel onderzoek gedaan naar de intense aard van hoogbegaafden en daar een boeiend boek over geschreven: Leven met intensiteit.
Problemen bij hoogbegaafdheid
Veel mensen denken dat hoogbegaafden overal moeiteloos doorheen rollen. Niets is minder waar. Hieronder wat voorbeelden waar hoogbegaafde kinderen (en volwassenen) last van kunnen hebben:
Levensvragen en werelddilemma’s
Regelmatig stellen heel jonge hoogbegaafde kinderen al grote levensvragen. Bijvoorbeeld: “Wat gebeurt er als je dood gaat?”, “Waarom is er honger in de wereld?”, “Waarom ben ik eigenlijk op aarde, wat kom ik hier doen?”, “Wat als de coronamaatregelen nog heel lang blijven gelden en ik oma niet meer kan knuffelen voordat ze doodgaat?”. Als ouder is het niet eenvoudig om over dit soort vragen met je kind in gesprek te gaan en met hun angsten en zorgen om te gaan.
Sociale aansluiting en samenwerken
Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich asynchroon. Dat betekent dat ze op sommige vlakken voorlopen op leeftijdsgenoten, maar op andere vlakken gelijk of achter lopen. Soms lijkt het wel of er meerdere leeftijden in het lichaam van 1 kind zitten. De ontwikkeling gaat niet in een vloeiende lijn, maar kan soms flinke sprongen maken. Sociaal gezien kan het voor hoogbegaafde kinderen lastig zijn om aansluiting te vinden bij leeftijdgenootjes. Je kind voelt zich dan eenzaam, niet begrepen en snapt zijn klasgenootjes niet. Ze zien vaak het nut van samenwerken niet in. Ze vinden dat ze het in hun eentje sneller en beter kunnen doen. En vaak is dat ook zo.
Gebrek aan uitdaging en het ontstaan van hiaten
Hoogbegaafden denken snel. Ons onderwijssysteem is niet ingericht voor hoogbegaafden. De uitleg die op school gegeven wordt, is meestal veel te langdradig voor een hoogbegaafde. Er is te veel herhaling. Tegen de tijd dat de leerkracht bij de uitleg van nieuwe stof aankomt, is jouw hoogbegaafde kind reeds lang en breed weggedroomd in zijn of haar fantasie. Zo mist je kind belangrijke informatie om zijn of haar werk goed te kunnen uitvoeren. Op de basisschool kunnen kinderen dat vaak nog wel verbloemen met zelfbedachte leerstrategieën. Maar op het voorgezet onderwijs wordt er voortgeborduurd op de (ontbrekende) basiskennis en loopt het kind vast. Zo wordt er opeens een leerhiaat ontdekt.
Frustratietolerantie en faalangst
Doordat hoogbegaafde kinderen veel dingen zonder veel inspanning begrijpen, kan het als een schok komen als ze met uitdagender leefstof geconfronteerd worden. Ze zijn het niet gewend om moeite te hoeven doen voor school. En ze denken dat ze minder slim zijn als ze niet gelijk het antwoord weten. Het kind haakt af, wordt gefrustreerd, boos of begint er zelfs helemaal niet aan. Ze vinden rekenen opeens saai of stom of veel te moeilijk, maar eigenlijk zijn ze bang om het fout te doen en hebben ze nooit geleerd om moeite te doen en door te zetten.
Vastdenken
Toetsen kunnen zijn een crime voor hoogbegaafden. Tijdsdruk vinden ze geen prettige factor en regelmatig zijn er heel veel antwoorden mogelijk op de vragen van een toets. Dan kan het heel ingewikkeld worden, want wat willen ze nou? Vaak denkt het kind dan ’te moeilijk’. Hij of zij wist het antwoord dat ze zochten wel, maar zó simpel kan het toch niet zijn…???
Perfectionisme
Situatieschets: je kind heeft iets perfect in zijn hoofd bedacht, maar als hij het dan moet maken, schrijven of tekenen, wordt het lang niet zo mooi als in zijn fantasie. Soms is met 1 punt op het papier de hele tekening al verpest en wil hij het liefst gelijk het blad verscheuren en weggooien! Dit kan gepaard gaan met flinke driftaanvallen… Herkenbaar?
Plannen en organiseren
Wanneer een onderwerp interessant genoeg is, kan je kind in een soort hyperfocus gaan. Hij wil er alles over weten en het onderwerp van voor tot achter begrijpen. Eindeloos, ademloos geconcentreerd. Maar als hij zichzelf ’s morgens moet aankleden en klaarmaken voor school is hij zo verward, dat hij zijn hoofd nog zou vergeten als het niet vastzat aan zijn lijf. Gelukkig zijn plannen en organiseren vaardigheden die aangeleerd kunnen worden.
Zelfoverschatting en behoefte aan autonomie
Sommige mensen zouden het beschrijven als moeite met autoriteit. Maar wat eronder zit is een zeer grote behoefte aan autonomie. Hoogbegaafden moeten ergens het nut van inzien en het gevoel hebben dat ze een keuze hebben. Ze willen serieus genomen worden. Zodra iemand aan deze voorwaarden toornt, hebben we het perfecte recept voor herrie in de hut. Er komt discussie, verzet en weinig van de grond. De kunst is om deze behoefte aan autonomie als zeer grote motiverende kracht in te zetten. Daarbij is het als ouder heel belangrijk om ook jouw eigen zorgen en grenzen aan te geven. Zo kan je aan de behoefte aan autonomie tegemoet komen, maar ook waken voor zelfoverschatting en roekeloos gedrag.
Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van uitdagingen waar hoogbegaafde kinderen en volwassenen tegenaan lopen. Dan is het fijn als iemand kan helpen. Begeleiding bij hoogbegaafdheid geeft (zelf)inzicht en helpt bij het ontwikkelen van vaardigheden om er beter mee om te gaan.
Hooggevoeligheid bij hoogbegaafden
Eigenlijk alle hoogbegaafden zijn ook hoogsensitief (HSP). Kleuren worden intenser beleefd, geluid komt harder binnen, muziek kan tot tranen toe ontroeren, sfeer en emoties worden feilloos opgepikt. Als je dit zo leest, lijkt het wel of hoogbegaafden menselijke barometers zijn. En daar zit wel wat in. Al die verschillende indrukken, die vaak allemaal tegelijk binnenkomen, kunnen heel verwarrend zijn. Hoogsensitieve kinderen hebben vaak last van:
- Afleidende geluidjes
- Labels en naden in kleding.
- Geuren
- Emoties van anderen. Vooral wanneer de emoties die ze oppikken niet overeenkomen met wat die persoon zegt. Zeg bijvoorbeeld nooit tegen een hoogbegaafde dat je niet boos bent, als dat wel het geval is.
- Sfeer. Soms maakt de sfeer in een ruimte zo’n sterke indruk, dat het kind angstig wordt en het liefst gelijk bij binnenkomst weer naar buiten gaat. Als het kind thuis veel last heeft van angsten of slaapproblemen, kan een huiszuivering helpen.
Ik begeleid hoogsensitieve kinderen en volwassenen, zodat ze beter leren omgaan met hun hooggevoeligheid.